Max Verstappen schetst hoe Aston Martin en Mercedes richting 2026 hun kansen inschatten in de Formule 1. Dat jaar gelden nieuwe FIA-regels voor krachtbronnen en aerodynamica. Teams moeten keuzes maken die het krachtenveld kunnen veranderen. Dit raakt direct aan het FIA-motorreglement 2026 gevolgen teams, met impact op strategie, kosten en prestaties.
Aston Martin-Honda wordt kanshebber
Aston Martin stapt in 2026 over op Honda-krachtbronnen. Het team uit Silverstone koppelt die motor aan een eigen chassis en een recent geopende windtunnel. Die combinatie kan een sprong voorwaarts geven, mits de verpakking en koeling kloppen. Dat is cruciaal met meer elektrische energie en hogere warmtelast.
Honda keert terug als volledige motorpartner na successen met Red Bull. De Japanners kennen de eisen van de FIA voor duurzame, synthetische brandstoffen. Dat helpt bij het afstellen van verbranding en energieterugwinning. Voor Aston Martin kan die kennis het verschil maken in de eerste races van 2026.
Fernando Alonso heeft een contract tot en met 2026. Stabiliteit aan de rijderskant helpt bij de ontwikkeling van het nieuwe pakket. Lance Stroll kent het team goed en raakt ingewerkt in lange testprogramma’s. De grote vraag blijft of de auto ook op circuits met lange rechte stukken efficiënt is.
Mercedes kan profiteren van ervaring
Mercedes ontwikkelt de 2026-krachtbron bij HPP in Brixworth. De fabriek won eerder het motorentijdperk vanaf 2014 met een sterke hybride V6. Die ervaring met betrouwbaarheid en energiebeheer kan opnieuw waardevol zijn. Toch zijn de spelregels nu anders dan toen, vooral door het wegvallen van de MGU-H.
Het team in Brackley werkt aan een compact pakket met lage luchtweerstand. Actieve aerodynamica, die de vleugels op rechte stukken “open” zet, vraagt om nauwkeurige software en koeling. Mercedes heeft de middelen, maar de ontwikkelruimte is begrensd door de budgetcap. Elke fout in de conceptkeuze kost tijd en punten.
Op het moment van schrijven ligt George Russell vast voor meerdere jaren. De tweede stoel is open doordat Lewis Hamilton in 2025 naar Ferrari vertrekt. Dat kan invloed hebben op de feedbackloop tussen simulator en baan. Continuïteit in test- en ontwikkelwerk zal daarom extra belangrijk zijn.
FIA-regels 2026 veranderen krachtenveld
In 2026 stijgt het aandeel elektrische aandrijving in de hybride motor naar ongeveer de helft van het totale vermogen. De MGU-H verdwijnt, waardoor turbogat en energiemanagement opnieuw moeten worden opgelost. De MGU-K levert veel meer vermogen en vraagt om agressieve terugwinning bij remmen. Dat beïnvloedt rijstijl, rembalans en bandenmanagement.
De auto’s krijgen actieve aerodynamica om drag te verlagen op rechte stukken. Dat moet het energieverbruik drukken en inhalen vergemakkelijken. Tegelijk wil de FIA het gewicht beperken en de veiligheid borgen. Teams moeten dus licht bouwen zonder concessies aan crashstructuren.
Brandstof wordt 100 procent duurzaam, bijvoorbeeld met e‑fuels. Dat past bij Europese CO₂-doelen en bij de uitzondering voor klimaatneutrale brandstoffen in het EU‑beleid voor 2035. Fabrikanten zien hier een link met straatauto’s en Euro‑emissienormen. De leercurve rond verbranding en emissies krijgt zo een bredere waarde.
Vanaf 2026 verdwijnt de MGU-H. De MGU-K piekt rond 350 kW, met circa 50/50 verdeling tussen verbrandingsmotor en elektrisch vermogen, op 100% duurzame brandstof.
Red Bull-voorsprong niet gegarandeerd
Red Bull werkt voor 2026 met Red Bull Ford Powertrains aan een volledig nieuwe krachtbron. Het team profiteert van nauwe afstemming tussen motorafdeling en aerodynamica. Die integratie kan packaging en koeling optimaliseren. Maar een eerstejaars motorproject kent altijd betrouwbaarheidsrisico’s.
Max Verstappen geldt op het moment van schrijven als drievoudig wereldkampioen. Zijn rijstijl past bij sterke tractie en efficiënt energiegebruik. In 2026 kan dat opnieuw renderen, maar alleen met een stabiele aandrijflijn. De concurrentie heeft geleerd van 2022 en zal minder tijd verliezen.
De rol van banden en remenergie wordt groter door de sterkere MGU-K. Een auto die soepel energie terugwint, spaart banden en remmen. Red Bull had daar in eerdere jaren een voorsprong. Of dat blijft gelden met de nieuwe regels, is nog onduidelijk.
Budgetcap stuurt ontwikkelkeuzes teams
De kostenplafonds voor chassis en krachtbron dwingen tot keuzes. Teams moeten het 2025-seizoen afronden en tegelijk 2026 voorbereiden. Windtunnel- en CFD-uren zijn gelimiteerd via het Aerodynamic Testing Restriction-systeem. Lager geklasseerde teams krijgen meer ontwikkeluren en kunnen dat voordeel uitbuiten.
Aston Martin kan daardoor relatief lang aan het 2026-concept slijpen. Mercedes heeft minder uren en moet efficiënter prioriteren. Dat vergroot het belang van vroege correlatie tussen simulator, windtunnel en baan. Een verkeerde afslag kost extra budget en testtijd.
Ook de Europese brandstofketen speelt mee. Levering van synthetische brandstof moet op tijd schaalbaar en betaalbaar zijn. Teams en leveranciers stemmen motorafstelling en brandstofrecept nauw op elkaar af. De FIA ziet daarbij toe op veiligheid, duurzaamheid en naleving van de reglementen.
