Ferrari vraagt de FIA om nu al naar de Formule 1-regels voor 2035 te kijken. De Italiaanse fabrikant wil tijdig duidelijkheid over de toekomst van krachtbronnen, naast het FIA-motorreglement 2026 en de gevolgen voor teams. Het gaat om de balans tussen hybride systemen, duurzame brandstoffen en Europese CO₂-normen. Het doel is om investeringen te richten en de sport aantrekkelijk te houden, op en buiten de baan.
Vroege duidelijkheid voor 2035
Ferrari wil dat het gesprek over het reglement voor 2035 meteen begint. Fabrikanten plannen motoren en hybride systemen jarenlang vooruit. Zonder richting voor 2035 is het lastig om vandaag de juiste keuzes te maken. Dat verhoogt het risico op duurdere en minder efficiënte ontwikkeling.
De Formule 1-kalender en het technologische pad lopen vaak achter op politieke doelen. 2035 is voor de auto-industrie in Europa een sleuteljaar door CO₂-regels. Voor een krachtbron kost onderzoek, testen en productie doorgaans vele jaren. Vroege regels beperken lastminute-aanpassingen en kostenoverschrijdingen.
Ferrari ziet de F1 als testbank voor technieken die ook relevant zijn voor straatauto’s. Denk aan efficiënte verbranding, batterijsystemen en energieterugwinning. Met duidelijke doelen kan de fabrikant prioriteiten stellen in software, koeling en materialen. Dat is nodig om competitief te blijven binnen het kostenkader.
Koppeling met EU-regels en e-fuels
In de EU stopt de verkoop van nieuwe auto’s met uitlaat-CO₂ in 2035, met een uitzondering voor e-fuels. Deze lijn stuurt investeringen richting elektrische aandrijving en duurzame brandstoffen. Ferrari wil dat F1-regels daar logisch op aansluiten. Zo blijft de sport relevant voor Europese fabrikanten en toeleveranciers.
Vanaf 2026 rijdt F1 op 100 procent duurzame brandstof. Dat zijn synthetische of geavanceerde biobrandstoffen die de CO₂-voetafdruk verlagen. Dit sluit aan op de Europese route voor hernieuwbare energie. Het kan ook nieuwe productie in de EU trekken, van groene waterstof tot CO₂-afvang.
Voor Nederland en andere EU-landen kan dit industrie en werkgelegenheid opleveren. Denk aan chemieclusters, energiebedrijven en logistiek rond brandstoflevering. Richting 2035 vraagt dat om duidelijke certificering en infrastructuur. De FIA-regels bepalen mede de vraag en technische specificaties.
e‑fuels zijn synthetische brandstoffen die met groene waterstof en afgevangen CO₂ worden gemaakt; bij gebruik komt ongeveer dezelfde CO₂ vrij als eerder is vastgelegd.
Gevolgen voor 2026-krachtbron
Het motorreglement voor 2026 ligt vast: een 1.6 liter V6 turbo met hybride systeem, zonder MGU‑H en met meer elektrisch vermogen. De brandstof wordt volledig duurzaam. Het energiesysteem (batterij en terugwinning) speelt een grotere rol. Dat verandert de rijstijl en strategie, zoals energie sparen en doseren.
Als duidelijk is wat er in 2035 geldt, kunnen fabrikanten hun 2026-architectuur daarop voorbereiden. Moet het platform vooral hybride blijven, of juist klaar zijn voor meer elektrische extra’s? Dat raakt keuzes voor batterijcapaciteit, omvormers en koeling. Het voorkomt dat dure componenten na een paar jaar technisch doodlopen.
Ook het showelement telt, zoals geluid en topsnelheid. Duurzame brandstof behoudt het motorgeluid, terwijl het elektrische deel groeit. De FIA zoekt een balans tussen efficiëntie en spektakel. Duidelijke doelen helpen om aerodynamica, banden en energiebeheer op elkaar af te stemmen.
Tijdpad en besluitvorming FIA
Regels van deze omvang vragen jaren voorbereiding en testen. Meestal doorlopen ze technische werkgroepen, de F1‑commissie en uiteindelijk het World Motor Sport Council. Ferrari dringt aan op een vroeg startschot, idealiter al in 2025. Zo krijgen teams, motorbouwers en leveranciers voldoende looptijd.
Belangrijke spelers zijn op het moment van schrijven Ferrari, Mercedes, Alpine (Renault), Honda, Audi en Red Bull Ford Powertrains. Zij investeren in testbanken, materialen en software. Er geldt al een kostenkader voor motorontwikkeling. Heldere 2035-richtlijnen voorkomen dat het budget naar tijdelijke oplossingen lekt.
De Formule 1 houdt vast aan een netto-nuldoel in 2030 en wil races in Europa aantrekkelijk houden. Dat vraagt geloofwaardige duurzaamheid én sportieve spanning. Vroege duidelijkheid helpt circuits, sponsors en overheden bij hun plannen. Voor de fan moet de sport herkenbaar blijven, met close racing en duidelijke regels.









