Peter Windsor, voormalig teammanager in de Formule 1, vindt dat de meeste coureurs hun voorbereiding moeten opschroeven. Hij noemt Max Verstappen (Red Bull Racing) als voorbeeld van iemand die uitzonderlijk veel doet met data, simulator en set-up. De kritiek gaat over het werk achter de schermen, niet over pure snelheid op de baan. Door recente FIA-reglementen rond sprintweekenden en parc fermé is die voorbereiding belangrijker dan ooit.
Verstappen werkt intensiever
Windsor prijst de nauwe samenwerking tussen Max Verstappen en race‑engineer Gianpiero Lambiase bij Red Bull Racing. Hun debriefs zijn lang, precies en to the point. Dat helpt om het chassis, de ophanging en de aerodynamische balans sneller in het juiste “window” te krijgen.
Zo’n window is het gebied waarin de auto het best presteert bij een bepaalde afstelling. Denk aan vleugelstand, rijhoogte en afstelling van differentieel en dempers. Kleine wijzigingen kunnen veel verschil maken in bandentemperatuur en tractie.
Volgens Windsor toont Verstappen dat constante, gedetailleerde feedback het verschil maakt. Niet alleen in de race, maar al vóór het eerste vrije uur. Daarmee verklein je de kans op een zoekende vrijdag of een mislukte kwalificatie.
Minder tijd door sprintformat
De FIA heeft het sprintformat sinds 2024 aangepast. Parc fermé, de regel die aanpassingen aan de auto beperkt, begint nu pas bij de kwalificatie voor de hoofdrace. Teams mogen dus tussen de sprint en de kwalificatie nog aan de set-up werken.
Toch blijft de rijtijd op vrijdag krap. Met één vrije training is er weinig marge om nieuwe onderdelen of een radicale afstelling te testen. Coureurs moeten vooraf beter weten wat werkt, want experimenteren op het circuit kost nu meer risico en tijd.
In dit regime groeit de waarde van huiswerk. Goede voorbereiding betekent een snellere eerste run, minder bandensets verspillen en een stabiele basis voor sprint en race. Dat past ook binnen de kostenplafonds, want extra testtijd bestaat niet meer.
Data en simulator cruciaal
Simulatorwerk is in F1 virtuele testtijd met een digitale auto en baan. Het is geen videogame: de input voedt modellen voor banden, aerodynamica en motoraflevering. Hoe beter de coureur feedback geeft, hoe betrouwbaarder de uitkomst op de echte baan.
Teams in Europa, zoals Red Bull Racing in Milton Keynes en Mercedes in Brackley, draaien vooraf complete weekend‑scenario’s. Ze variëren brandstoflading, bandentypen en weersinstellingen. De coureur helpt kiezen welke richting het team meeneemt naar de vrijdag.
Op de baan worden deze keuzes getoetst met telemetrie, zoals stuurhoek, remdruk en bandentemperatuur. Die gegevens worden live gedeeld met de pitmuur en de “mission control” aan de thuisbasis. Minder afwijking tussen sim en realiteit betekent sneller leren en minder fouten.
Windsor’s oproep aan grid
Windsor vindt dat veel rijders nog te reactief werken. Ze wachten op het gevoel in de auto in plaats van vooraf duidelijke doelen te stellen. Dat kost tijd in de vrije training en zet druk op kwalificatie en bandenmanagement.
Zijn boodschap is eenvoudig: terug naar de basis en beter les nemen in set‑up, banden en aerodynamica. Begrijp wat een klik vleugel doet voor drag en downforce. Leer hoe een diff‑instelling het insturen en uitaccelereren beïnvloedt.
“Alleen Verstappen doet zoveel werk.” — Peter Windsor
Windsor spreekt als ervaren teamman en analist. Zijn punt raakt ook aan de Europese races, zoals Zandvoort en Monza, waar wind, temperatuur en baanevolutie snel wisselen. Dan loont het om vooraf een scherp plan te hebben en niet te gokken tijdens de sessie.
Gevolgen voor teams en fans
Betere voorbereiding levert directer resultaat in rondetijd en bandenslijtage. Pirelli’s huidige constructie vraagt een smalle bandtemperatuur en zachte behandeling in de out‑lap. Wie dat beheerst, kwalificeert beter en houdt opties open in de strategie.
Voor Nederlandse fans is dit zichtbaar bij Red Bull en Verstappen: vaak is de eerste run al sterk. Dat legt druk op rivalen als Ferrari en Mercedes om de werkwijze te verfijnen. Anders wordt het lastig om op Europese powercircuits én technische banen mee te doen om pole.
Binnen de FIA‑regels, het kostenplafond en het verbod op privétests blijft vooral het brein van de coureur over als winstbron. Meer eigen inbreng, strakkere doelen en heldere feedback maken het verschil. Windsor’s kritiek is dus ook een kans: professionaliseer het huiswerk, oogst op zondag.
Regels sturen voorbereiding
Met het huidige sprintformat en parc‑fermé‑regels is elke beslissing zwaarder. Fouten zijn moeilijk te repareren zodra de auto “op slot” gaat. Daardoor verschuift de nadruk van improvisatie naar planning.
Ook het FIA‑motorreglement voor 2026, met meer elektrische energie en minder brandstofverbruik, zal de voorbereiding veranderen. Energiemanagement wordt nóg belangrijker voor rondetijd en verdedigen. Coureurs die nu al diep in data duiken, hebben straks een voorsprong.
Voor teams in Europa is de boodschap duidelijk: investeer in menselijk kapitaal. De simulator en de data zijn hulpmiddelen, maar de coureur bepaalt de richting. Wie die rol serieus pakt, zoals Verstappen, zet de toon voor het hele weekend.
