Komend weekend strijkt de Formule 1 neer in Mexico-Stad op het Autódromo Hermanos Rodríguez. De verwachting is warm weer met kans op buien, vooral later op de dag. Teams als Red Bull Racing, Ferrari, Mercedes en McLaren passen hun plannen aan, omdat regen én de hoge ligging grip en koeling beïnvloeden. Dat raakt direct de bandenkeuze van Pirelli en de toepassing van FIA-wetweerrichtlijnen tijdens kwalificatie en race.
Warm en dunnere lucht
De baan ligt op ruim 2.200 meter hoogte, waar de lucht dunner is dan op zeeniveau. Daardoor produceren de auto’s minder neerwaartse druk, wat extra glijden en langere remwegen kan geven. In combinatie met warme omstandigheden vraagt dat om zorgvuldige afstelling van vleugels en koeling. Kleine set-upfouten worden op dit circuit snel afgestraft.
De dunnere lucht bemoeilijkt ook de koeling van motor, remmen en batterij van het hybride systeem. Turboladers moeten harder werken om voldoende lucht aan te voeren, wat de betrouwbaarheid en het energiebeheer onder druk zet. Warm weer versterkt deze uitdaging, zeker in verkeer. Teams houden daarom de motortemperaturen en rembalans strakker in de gaten dan op laaggelegen circuits.
De bandentemperatuur is hier berucht lastig te controleren. Te koud levert graining op, waarbij stukjes rubber loslaten, en te warm veroorzaakt snelle slijtage. Pirelli kiest op deze locatie doorgaans voor een relatief zachte range, omdat het asfalt glad is en de mechanische grip laag blijft. Eventuele regen verandert dit venster meteen en kan de overstap naar regenrubber forceren.
Kans op buien blijft
De grootste kans op neerslag ligt traditiegetrouw in de (laat)middag, wanneer kwalificatie en race gepland staan. Lokale buien kunnen kort maar fel zijn, met wisselende grip per sector. Zo’n patroon maakt de kwalificatie-loterij reëel en vergroot de waarde van een snelle banker-lap. Voor de race betekent dit: veel aandacht voor radar en track-evolution.
Water op de baan spoelt de opgebouwde rubberlijn weg, waardoor de grip na een bui plots terugvalt. Dat verandert rempunten en acceleratiezones en kan het verschil maken tussen medium en soft in droog weer. Bij een natte baan komen Pirelli’s intermediate- en full-wet-banden in beeld, met andere werktemperaturen en waterafvoer. Een verkeerde timing voor de wissel kost direct veel tijd.
Voor coureurs als Max Verstappen en thuisrijder Sergio Pérez is het balanceren tussen risico en zekerheid. Een late bui kan een vroege pitstop lonend maken, maar een safetycar kan die winst weer tenietdoen. Trackpositie is op dit circuit belangrijk vanwege een lange pitstraat en het risico op neutralisaties. Dat pleit voor conservatieve keuzes, tenzij de regen het veld openbreekt.
FIA-regels bij regen
Bij natte omstandigheden kan de wedstrijdleiding de race of kwalificatie als “wet” verklaren. DRS blijft dan uitgeschakeld tot de baan als veilig is beoordeeld, en starts kunnen achter de safetycar plaatsvinden. Bij te weinig zicht of aquaplaning wordt de sessie onderbroken met rood. Dat raamwerk is bedoeld om risico’s beheersbaar te houden zonder het sportieve element uit te schakelen.
Teams schakelen in die situatie tussen Pirelli’s intermediates (lichte tot middelzware regen) en full wets (veel water en staande plassen). De keuze draait om de zogeheten crossover, het punt waarop een band sneller en veiliger is dan de andere. Dat moment hangt af van regenintensiteit, temperatuur en hoeveel water blijft liggen. Ook het afvoervermogen van de band en de rijhoogte spelen mee.
Intermediates zijn regenbanden voor licht tot middelzwaar nat en hebben groeven voor waterafvoer; full wets zijn ontworpen voor zware regen en diepe waterfilm.
Voor Europese fans en teams is dit vertrouwd terrein: dezelfde protocollen gelden in alle circuits onder het FIA-reglement. Extra natte omstandigheden kunnen leiden tot aanvullende bandenallocatie, om veiligheid en competitie te waarborgen. Dat sluit aan bij de bredere F1-doelen om materiaalgebruik te sturen zonder prestaties te benadelen. In alle gevallen geldt dat de wedstrijdleider de doorslag geeft over startprocedure en herstarts.
Strategie onder druk
In droog en warm weer ligt een éénstopper voor de hand, maar oververhitting kan een tweede stop afdwingen. Een nat-droog of droog-nat overgang maakt trackpositie en reactietijd in de pitstraat beslissend. Red Bull Racing jaagt rechte-lijnsnelheid na voor de lange run naar Turn 1, terwijl Ferrari en McLaren mikken op stabiliteit in middel-lange bochten. Mercedes kan profiteren bij dalende temperaturen, waar bandentemperatuur cruciaal wordt.
Parc-fermé-regels beperken na de kwalificatie de set-upvrijheid, dus teams moeten al op zaterdag rekening houden met een natte of gemengde race. Dat dwingt tot compromissen in rijhoogte, vleugelstanden en koelopeningen. Een agressieve afstelling voor de droogte kan in de regen onhandelbaar worden. Andersom kost een regen-georiënteerde set-up topsnelheid op het rechte stuk.
De start blijft een sleutelpassage, zeker met de lange aanloop naar de eerste bocht in Mexico-Stad. Slipstream en remstabiliteit bepalen wie het initiatief neemt, met extra variabelen bij een vochtige lijn. Een safetycar of Virtual Safety Car kan de pitstopvensters openbreken en de strategie resetten. Wie snel schakelt tussen droog en nat rubber, pakt hier vaak het verschil.









